Sinds de nieuwe wet voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding geeft een biologische band tussen een vader en een kind de "vader" enorm veel rechten. De rechter dwingt moeder en kind vaak tot een omgangsregeling al heeft de verwekker al jarenlang niet naar het kind omgekeken, is het kind niet erkend en is er nooit enige bijdrage geweest aan de opvoeding of op financieel vlak.
alleenstaande moeders voor elkaar (AMVE) willen jullie hierbij om aandacht vragen voor onze situatie en de huidige wetgeving.
Onze groep bestaat uit vrouwen die (een groot deel van) de zwangerschap alleen hebben moeten doormaken. We hebben gemeen dat we zijn verlaten door onze toenmalige partner of zelf de relatie hebben verbroken (bijvoorbeeld wegens psychische stoornissen, huiselijke geweld of verslaving), sommige hebben niks meer vernomen van de verwekker (ondanks tal van pogingen tot omgang) en weer anderen hebben een tijdje omgang gehad maar zijn hiermee gestaakt omdat de biologische vaders de omgang frustreerden (denk aan te laat komen, niet aan de afspraken houden). Deze biologische vaders hebben de baby niet erkend.
Wij als alleenstaande moeders stuiten vaak op een muur van verwijten. Dit uit zich wanneer duidelijk wordt dat wij geen contact meer hebben met de biologische vader van ons kind. Een kind heeft immers het fundamentele recht op de biologische vader.
Ten dele zijn wij het hiermee eens. Het zou namelijk geweldig zijn om een goede omgangsregeling te treffen , zodat beide ouders een goede band op kunnen bouwen met het kind. Echter die band begint al bij de zwangerschap. Deze dient in het belang van het kind zo veel mogelijk zonder stress te zijn. Daarnaast hoort er bij het recht op omgang ook een plicht tot bijdrage in de kosten (alimentatie)
Er zijn dus vaders die het zowel tijdens als na de zwangerschap af laten weten. Wij vrouwen staan op zulke momenten alleen. Alleen in de zorgen tijdens de zwangerschap, alleen tijdens de echo en onderzoeken in het ziekenhuis, alleen in de aanschaf van alle spullen, maar ook tijdens en na de bevalling.
Al die tijd hebben wij moeten dealen met het feit dat de vaders het laten afweten
dat er sinds de nieuwe wet zorgvuldige scheiding en voortgezet ouderschap, een aantal uitspraken gedaan is door rechters, waarbij de biologische vaders jarenlang uit beeld zijn geweest en toch nog omgang krijgen toegewezen.
de 2e kamer eens na te denken over aanpassing van de nieuwe wet zorgvuldige scheiding en voortgezet ouderschap in het geval van (niet erkende) kinderen van verwekkers die tijdens de zwangerschap hun vriendin al hebben verlaten en vervolgens niets tot weinig gedaan hebben voor het kind en voor de moeder. Voor de nieuwe wet goldt er nog de aanwezigheid van familylife maar nu is ook dat niet meer nodig slechts een biologische band geeft al recht op omgang.
Een paar ideeen zijn: * mogelijkheid tot vervangende toestemming via de rechter beperken tot de duur van 2 jaar. Hierna kan het alleen als de moeder of het kind (vanaf 12 jaar) ermee instemt. * Uitzondering op deze regel is een vader die wel famililylife kan aantonen. Hierbij moet er regelmatig contact geweest zijn of moet de vader minimaal een half jaar bij de moeder gewoond hebben na de geboorte van de baby. * Met terugwerkende kracht alimentatie indien een vader pas na 1 jaar erkent of vervangende toestemming aanvraagd * Het kunnen instellen van een onderzoek naar de leefomstandigheden en psyche van de vader indien er twijfel vanuit de moeder is over drank, drugs of psychische problemen.